Ik was altijd dat enthousiaste meisje met die grote lach. Met mij ging altijd alles goed. Ik had niet het idee dat er iets met mij aan de hand was of dat ik issues had. Totdat ik leerde wat trauma’s en stress allemaal zijn. Ik leerde dat ruzies in families, scheidingen van ouders, emotioneel afwezige ouders, financiële zorgen, eetstoornis, weggedrukte emoties, je ongemakkelijk voelen wanneer je iets wilt zeggen, het idee hebben dat mensen over je praten, niet dom over willen komen, dat dat allemaal emotionele trauma’s of uitingen daarvan zijn.
Ineens kreeg ik een spiegel voor en werd ik geconfronteerd met onverwerkte emoties uit mijn verleden. Ik zag in dat ik jaren lang handelde vanuit ‘het brave meisjes syndroom’, dat is iemand die hard werkt, niet klaagt, kwaliteit levert, lief en aardig is en niet zeurt. Ik merkte op hoe goed ik was in ‘geven’ en hoe slecht ik was in ontvangen.
Ik dacht dat ik precies wist wie ik was, maar ik kwam erachter dat ik precies wist wie ik moest zijn om leuk gevonden te worden. Ik had een bindings- en verlatingsangst ontwikkeld door de scheiding van mijn ouders, ik kon liefdesrelaties niet gezond in stand houden en voelde weinig zelfliefde. Als klap op de vuurpijl kreeg ik de chronische ziekte fybromyalgie.